Overlandvliegen
Ja, dat is toch logisch! We vliegen toch altijd over het land?
Als beginnend zweefvlieger krijg je lessen boven het vliegveld. Dan kom je solo en binnen het zicht van de instructeur ga je ervaring op doen. Uiteindelijk haal je je vliegbrevet en komt het overlandvliegen in zicht.
Onder ‘Overland’ verstaan we dat je alleen of samen met iemand start op een vliegveld en een route over ‘Het land’ gaat vliegen van tientallen of honderden kilometers om vervolgens (te proberen) weer terug te keren op het vliegveld waar je gestart bent. Die route heb je van tevoren uitgezet.
Wanneer kan je overland?
Het luchtruim boven ons hoofd lijkt vrij, maar helaas, dat geldt alleen voor vogels!
Het Langeveld ligt zo dicht bij Schiphol dat wij niet hoger dan 450 meter mogen vliegen binnen een bepaalde belijning op de grond. Deze maximale hoogte is te laag voor overlandvliegen. Door het hele land is de verdeling van het luchtruim anders. Zo kan je vanaf bijvoorbeeld Terlet (bij Arnhem) naar een hoogte van 1500 m waardoor er wel overlandvluchten mogelijk zijn.
Natuurlijk kies je een mooie vliegdag voor uit waar de weersverwachting veel belovend is en er gaat altijd een gedegen voorbereiding aan vooraf. Je kijkt of het zicht goed is zodat we kunnen navigeren op kenmerken op de grond als bossen, steden, dorpen, wateren, rivieren, bruggen, spoorwegen en snelwegen. Daarnaast heb je hebt goede thermiek (opstijgende warme luchtbellen) nodig. Dat is vaak het geval als er zich van die mooie witte wolken (Cumulus) in de lucht ontwikkelen. De wolkenbasis moet hoog genoeg zijn, de wind niet te hard en ook belangrijk, dat er geen slecht weer op komst is. Als je je goed geïnformeerd hebt en het beloofd een mooie dag te worden ga je de voorbereidingen treffen.
Vroeger ging je overland met aan boord een hoogtemeter, een snelheidsmeter en een variometer (die het stijgen en dalen per seconde in meters aangeeft) en je nam een speciale luchtvaartkaart mee. Tegenwoordig is de apparatuur zo aangepast dat de route inclusief de berekeningen hoe hard je moet vliegen, welke koers ten opzichte van de wind je moet vliegen en de verboden verkeersgebieden in de lucht worden getoond op een scherm in de cockpit. Omdat deze apparatuur kan uitvallen neem je voor de zekerheid altijd een luchtvaartkaart mee.
Nou, het ziet er naar uit dat vandaag een mooie dag voor overland is. Het vliegtuig is in elkaar gezet. Je hebt het weer gecheckt, het zicht is meer dan 10 km, wolkenbasis gaat wel tot 1500 m en er staat een mooi briesje. Je route is uitgezet op de kaart, of in de apparatuur in de kist. Voor de zekerheid heb je ook een ophaalploeg geregeld (leden die je helpen het vliegtuig op te halen als je uiteindelijk niet op je vliegveld land). Ook neem je wat te eten mee en genoeg drinkwater…Klaar voor de start!
Na de start
Eerst maar eens aftasten of de thermiekbellen sterk genoeg zijn, en de wolkenbasis hoog genoeg is dat je veilig kan vertrekken. Als je dan rond de 1500 meter hoogte zit besluit je je veld te verlaten. “Op naar het avontuur”.
Op route ‘laverend’ tussen de verschillende, vaak wat uit elkaar liggende, thermiekbellen vlieg je langs rivieren, steden en dorpjes. De rookpluimen en windmolens maken de windrichting duidelijk. De vogels die al draaiend jou de thermiekbellen aanwijzen. Fantastisch de wolken bijna te kunnen aanraken en zo één te zijn met de kracht van de natuur terwijl je variometer de hoogste tonen van het stijgen uit de speaker zingt! Alles wat je geleerd hebt gaat in de strijd je doel te behalen… Maar niet alle gebieden waar we overheen vliegen geven ons goed stijgen. Water en rivieren geven minder resultaat dan bijvoorbeeld droge zandgrond.
Als de thermiek tenslotte uitblijft en dan daal je als zweefvlieger. Gas geven is bij een vliegtuig zonder motor geen optie. Dus zo rond de 700 m is het toch verstandig om weilanden en akkers in de gaten te houden mocht je moeten landen.
Buitenlanden
Met de beste vlucht voorbereiding kan het anders lopen dan geplant. Zo kan het zijn dat ergens op de route de thermiek minder wordt of ophoud te bestaan. Of een weersomslag die eerder passeert waardoor het veiliger lijkt te landen dan door of om een bui heen te vliegen. Bij voorkeur wijk je dan uit naar een vliegveld waar je route al langs loopt. Maar soms is het niet anders en zoek je een mooie akker of weiland uit en land je het vliegtuig bij de boer. En dan sta je buiten!
Meestal komt het hele dorp even kijken en onder het genot van een kop koffie wacht je tot jouw ophaalploeg met de aanhanger het vliegtuig weer mee terugneemt. En dan….dan komen de grote verhalen aan de bar. Jouw overland avontuur!
Vluchtregistraties
Veel prestatievluchten van de KZC zetten we online, de vluchten van de clubleden in het meest recente seizoen zijn terug te vinden op OnLine Contest (OLC).